Woensdagochtend was het dan eindelijk zover: Onze eerste echte gezamelijke training! Vrijwel iedereen had zijn fiets op orde en stond te trappelen om hem uit te testen. Daarvoor hadden we een mooie tocht uitgezocht naar Friesland. Een route van ongeveer 150 km. We fietsten woensdag heen, hebben daar overnacht en zijn de volgende dag teruggekeerd. Dat leek ons een mooie meerdaagse belasting en we kunnen door een training als deze onze route beter plannen. Zo komen we er namelijk achter hoeveel kilometers we goed op één dag kunnen fietsen.
We begonnen vol goede moed! Rond een uur of negen verzamelden we op een kruispunt in de buurt van Oosterbeek, dat voor ons allen goed te bereiken was, en zijn vanaf daar vertrokken. Nadat we een beetje gewend waren aan het fietsen met bepakking ging het geweldig! We hebben een korte pauze gehouden na ongeveer 22 km omdat we van kaart moesten wisselen, maar zijn daarna in één keer doorgefietst naar het dorpje Doornspijk, op ongeveer 60 km van ons vertrekpunt. Op dat moment hadden we een gemiddelde van 25 kilometer per uur leek alles goed te gaan; mooi weer, lekker tempo en en prachtig (Veluwe) landschap.
Helaas veranderde dat. Hij had in de pauze al wat aangegeven, maar tijdens het verder fietsen werd het nog erger: Edwin kreeg kramp in zijn knie. Als we met een snelheid van ongeveer twintig kilometer per uur fietsten ging het goed, maar zodra we harder gingen kreeg hij meer last. Heel vervelend voor hem, hij had het zwaar te verduren.
Maar terugkeren was geen optie meer, we waren al bijna halverwege. Na bij Elburg Flevoland binnen te zijn gereden begon het vervelendste deel van de route. Het landschap werd zo plat als een dubbeltje en we hadden een straffe wind tegen. De weg ging almaar rechtdoor en leek eindeloos! Rond half vier bereikten we dan eindelijk Urk, waar we even wat kibbeling hebben gegeten en wat boodschapjes hebben gedaan. Toen we daarna weer doorfietsten werd het voor Edwin alleen maar zwaarder: zijn knie begon steeds moeilijker te doen. Door de vele pauzes die we nodig hadden om Edwin wat rust te geven, de fikse tegenwind en de eindeloze, saaie wegen leek er ook aan het tweede deel van onze etape door Flevoland geen eind te komen.Toen we uiteindelijk Lemmer hadden bereikt duurde het niet lang meer om in Balk te komen. Uiteindelijk waren we nog voor zeven uur in het huisje waar we zouden overnachten.
Daar zijn we op de bank geploft en hebben we, na een paar flinke borden spaghetti te hebben verorberd (om vast in de stemming voor Rome te komen), even wat televisie gekeken. De vermoeidheid sloeg toe en volgens mij heeft iedereen heerlijk geslapen.
De volgende ochtend wilden we weer vroeg vertrekken. Edwin had zijn knie een nacht rust gegeven in de hoop dat hij de volgende dag weer mee kon. Helaas hielp het niet en moest hij opgehaald worden. We zouden dus met z'n vieren terug moeten. We stonden half 8 op en hoopten een uur later op de fiets te zitten. Omdat er echter toch nog veel op te ruimen was, was dat een hopeloze poging. Iets voor negen uur waren we dan eindelijk onderweg. Omdat we het idee hadden dat we de vorige dag iets te enthousiast begonnen waren, zijn we rustiger vertrokken. Dat duurde alleen niet lang. We voelden ons allemaal zo goed dat het tempo snel omhoog ging en we lekker doorfietsten. Vlak voor Urk hielden we onze eerste pauze, van ongeveer twintig minuten. Daarna fietsten we weer stevig door. Nu we de wind niet meer tegen hadden (we hadden hem helaas ook niet mee, hij was iets gedraaid), leken de lange rechte wegen ineens niet meer zo erg. Lekker achter elkaar door toeren met een snelheid van tegen de dertig kilometer per uur.
Toen we net uit Flevoland kwamen hebben we nog een keer pauze gehouden. Daarna begonnen we aan de laatste etappe en we hadden er zin in. Het landschap werd naar onze smaak weer beter, meer bos, minder weiland, en het fietsen ging goed. We hebben dan ook heel stevig doorgefietst. De snelheid lag nog steeds gevaarlijk dicht tegen de 30 kilometer per uur! We besloten bij Kootwijk, 20 kilometer van huis, nog één pauze te houden. Toen we eenmaal zaten op een leuk bankje in het bos, werd onze pauze steeds langer. Een beetje zitten, eten, grappen maken en klooien met wat we daar in de buurt vonden beviel ons wel! Voordat we weer onze spullen bij elkaar raapten om het laatste deel van onze route te volbrengen hadden we daar meer dan een uur doorgebracht. We besloten rustig naar huis te fietsen. Maar omdat we daar nou eenmaal niet zo goed in zijn lag het tempo al gauw weer rond de 25 kilometer per uur. Hierdoor waren we echter wel snel weer thuis! Om half zes bereikten we moe, maar voldaan, ons huis.
Een les die we uit deze training kunnen trekken: rustig beginnen kan geen kwaad!
Ook weten we hierdoor dat een afstand van 150 km op één dag heel goed haalbaar is. In onze tocht naar Rome zullen we wel langzamer fietsen, maar meer uren maken. Zo kunnen we per dag een flinke afstand afleggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten