woensdag 13 juli 2011

dag 8, Bludenz (A). Tot Bludenz toe

Vanochtend stond ik op verrukt dat ik eindelijk een nachtje goed geslapen had. Dit was zeker niet het geval voor Yoran, heel logisch eigenlijk want vannacht donderde en bliksemde het alsof Thorr zelf met zijn hamertje achter de tent stond. Ik ben 's nachts een keertje kort wakker geweest.
In alle vroegte doken Victor en Robben nog even het zwembad van de camping in. Daar vonden zij een dode muis dobberend in het bad. Victor vond het wel zo hygiënisch om hem eruit te tillen en op de stenen te leggen. Waarschijnlijk ligt hij er nu nog.
Acht uur vertrokken we richting Bludenz. Na 30 km begon de eerste klim van de dag. In het plaatsje Ettenkirch ploeterde wij de heuvel op waarop Yoran zei: 'achter deze heuvel ligt echt een soort van nieuwe wereld ofzo!'. Ik moet zeggen dat de helder blauwe lucht mij ook wel deed denken aan het Hof van Eden en wat achter de heuvel lag had ook zeker een stukje van die pracht. Wij stonden namelijk oog in oog met de Alpen. Hoewel ik stiekem 20 kleuren stront scheet in mijn broek bij de aanblik van de grote bergen werd ik kalm bij het zien van het eeuwige sneeuw.
De weg vervolgde naar de Bodensee. Daar moesten wij langzamer fietsen om veilig door de mensenmassa's van de toeristische dorpjes te komen. Maar Robben merkte op dat de dorpjes terecht toeristisch waren want de Bodensee was zeker een mooie gebied. Het meer zat vol met spelende kinderen, bezorgde ouders, jachten en waarschijnlijk ook vissen, maar die zag ik niet.


Bij Bregenz hebben we gepauzeerd. Victor en Yoran hebben gezwommen, Robben en ik hebben gezond.
Na Bregenz ontmoetten wij een oude vriend de Rijn. Zo dicht bij zijn oorsprong was de kleur van het water blauwer dan bij Arnhem. Ik vond het erg mooi.
De rit na Bregenz was voornamelijk vlak en al gauw kwamen wij dicht bij Bludenz. Tussen de bergen heb ik gezwommen in een azuurblauw meertje en de jongens aten hun laatste broodje op. Nu zit ik ergens op een camping omringt door bergen. Dan onweert het, dan schijnt weer de zon.


Morgen staat ons een zware etappe te wachten, maar daar vertelt Robben wel over. Alvast een vooruitblik: morgen bevinden wij ons op 1796 meter hoogte. Het wordt dus stevig klimmen.

Jezusteller: 69 beeldjes

Groetjes,
Joeri


- Posted using BlogPress from my dad

1 opmerking:

Ineke zei

Hoi Joeri,
Even speciaal voor jou:
ik weet nog dat we een keer in Houfalize op een steile weg omhoog reden en dat je dat al eng vond. Inmiddels weet je dat dat een heel klein pukkeltje was en dat je terecht een bepaalde angst of beter gezegd heel veel respect hebt voor de Alpen.
Voor de andere Hanniballen:
Kom op met die verslagen van de bergetappes.